14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AF4154 Zaaknr: 37611
Een vennootschap, die op grond van het Burgerlijk Wetboek haar jaarrekening mag opstellen in buitenlandse valuta (het ging om Britse ponden) heeft niet het recht de aangifte vennootschapsbelasting te doen naar een belastbaar bedrag in diezelfde vreemde valuta. Dat moet in Nederlandse valuta gebeuren, dat wil zeggen destijds in guldens en nu in euros. De regeling, die het mogelijk maakt om in andere valuta aangifte te doen is van later datum, zodat daarop tevergeefs een beroep wordt gedaan voor de aangifte 1996. De vennootschap heeft het op aandelen gestorte bedrag uitgeleend aan een andere tot het concern behorende vennootschap. Twee dagen later wordt de lening afgelost, omdat de vennootschap een deelneming in een andere concernmaatschappij heeft gekocht. Het valutaresultaat op de lening (ƒ 15 miljoen gulden in twee dagen!) behoort tot de winst van de vennootschap. De vennootschap wilde tegenover de lening een schuld opnemen voor de koopsom van de deelneming om op die manier het valutaresultaat te compenseren. Dat lukte niet, omdat de deelneming pas twee dagen later werd verworven.