14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN: AR3621, BK-03/01183
Een in Nederland gevestigde BV was onderdeel van een internationaal concern. Binnen dat concern verrichtte de BV financieringsactiviteiten. Vanaf 1 januari 1997 kon onder voorwaarden en op verzoek een reserve gevormd worden voor de risico's die verband houden met deze concernfinancieringsactiviteiten. De toevoeging aan de reserve ten laste van de winst van een jaar bedroeg maximaal 80 percent van de in dat jaar behaalde concernfinancieringswinst. De BV meende, dat voor de berekening van de toevoeging aan de reserve geen rekening gehouden moest worden met in het jaar geleden valutaverliezen. Volgens Hof Den Haag berustte dat standpunt op een verkeerde lezing van het betreffende wetsartikel. Alleen de verliezen die hebben geleid tot een onttrekking aan de reserve ten gunste van de winst worden niet tot de concernfinancieringswinst gerekend en hebben dus geen invloed op de hoogte van toevoeging aan de reserve. De geleden valutaverliezen waren onderdeel van de concernfinancieringswinst en hadden daarmee invloed op de hoogte van de toevoeging aan de reserve.