Vaststaande dooroverdracht onderneming voorkwam aftrek lijfrentepremie

14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN: AS4025, 03/01181

Een ondernemer die zijn onderneming overdraagt kan een lijfrente bedingen van degene die de onderneming voortzet. De koopsom voor die lijfrente is tot bepaalde maxima aftrekbaar. Een accountant die lid was van een maatschap wilde van die mogelijkheid gebruik maken. Per 1 januari 1997 droeg iedere maat zijn maatschapsaandeel over aan een door hem opgerichte BV. Vervolgens droegen deze BV’s de maatschapsaandelen over aan een andere BV, die het accountantskantoor voortzette. Aandeelhouder van die BV was een stichting, die certificaten had uitgegeven aan de BV’s van de vroegere maten. De accountant in kwestie had bij de overdracht van zijn onderneming aan de door hem opgerichte BV een lijfrente bedongen. Aftrek van de betaalde lijfrentepremie was echter niet mogelijk, omdat de BV niet voldeed aan de in de Wet op de Inkomstenbelasting gestelde eisen. De dooroverdracht van de onderneming was al van tevoren afgesproken. De BV was daardoor niet de overnemer. Het bezit van certificaten in de stichting, die alle aandelen in de accountantskantoor-BV had, was volgens het Hof niet van belang.