Vergaande schadevergoeding na ambtshalve vernietiging aanslag

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AS5131,03/813

Omdat de inspecteur na het bezwaarschrift te hebben afgewezen alsnog tegemoet was gekomen aan de bezwaren trok de belanghebbende zijn beroepschrift in. Hij diende een verzoek om vergoeding van de proceskosten in voor de kosten van het beroep en om vergoeding van schade voor de bezwaarfase. Hof Amsterdam kende beide verzoeken toe. Voor het beroep ging het om de forfaitaire beroepskostenvergoeding. De eerdere aanslag douanerechten vormde door de latere ambtshalve teruggaaf daarvan een onrechtmatige daad van de inspecteur. Hof Amsterdam was van oordeel dat het inroepen van rechtsbijstand door de belanghebbende redelijk was en dat de kosten daarvan ook redelijk waren. De werkelijke kosten van rechtsbijstand in de bezwaarprocedure moesten worden vergoed. Verder moest de staat de kosten die de belanghebbende had gemaakt voor een bankgarantie ten behoeve van de ontvanger en de kosten van rechtsbijstand in een civiele procedure tegen de importeur van de goederen die de douanerechten moest betalen vergoeden.