Vergoeding wettelijke rente bij verhoging achteraf van dagloon niet nodig

14 mei 2007 | Centrale Raad van Beroep | jurisprudentie | LJN: AU8835, 03/1088 WW

Het UWV stelde iemands dagloon in 1994 bij besluit op een bepaald bedrag vast. De betrokkene diende geen bezwaar in tegen het besluit. In 2002 diende hij een verzoek in om bij de berekening van het dagloon alsnog rekening te houden met de ontvangen reiskostenvergoeding en met extra reis- en vakantiedagen. Ter compensatie van het geleden nadeel verzocht de betrokkene om verhoging van de nabetaling met de wettelijke rente. Het UWV verhoogde daarop met terugwerkende kracht tot 1994 het dagloon van de betrokkene in verband met de ontvangen vergoeding. Met de extra reis- en vakantiedagen hield het UWV geen rekening omdat deze geen extra loon vormden. Het UWV vergoedde geen (wettelijke) rente over de nabetaalde uitkering, omdat de eerste dagloonvaststelling niet evident onjuist en in ieder geval niet onrechtmatig was. De Centrale Raad van Beroep zocht voor de beantwoording van de vraag of het UWV de wettelijke rente moest vergoeden aan de betrokkene over de nabetaling aansluiting bij het civielrechtelijk schadevergoedingsrecht. Op een bestuursorgaan dat de onrechtmatigheid erkent van een eerder besluit rust de verplichting om de schade die het gevolg is van dat besluit te vergoeden. In dit geval had het op de weg van de betrokkene gelegen om tijdig bezwaar te maken tegen het besluit uit 1994. Door dat niet te doen heeft de betrokkene niet al het mogelijke en noodzakelijke gedaan om schade te voorkomen of ongedaan te maken. Wel vond de Centrale Raad van Beroep dat het UWV te lang had gewacht met de behandeling van het verzoek om aanpassing van het dagloon. Dat had ruim drie maanden geduurd. Het UWV moest daarom vanaf 1 april 2002 de wettelijke rente vergoeden over de nabetaling, omdat uiterlijk in maart 2002 op het verzoek om herziening van het besluit had moeten worden beslist. In een aantal latere uitspraken heeft de Centrale Raad van Beroep deze opvatting herhaald en vergoeding van wettelijke rente niet nodig geacht.