Verhuizing naar Spanje niet aangetoond omdat woning in Nederland tot latere verkoop werd gebruikt

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AL8296 Zaaknr: 01/04226

Waar een persoon woont wordt beoordeeld aan de hand van feiten en omstandigheden. De bepaling van de woonplaats kan van groot belang zijn voor de belastingheffing. In een procedure voor Hof Amsterdam was de bepaling van de woonplaats van belang voor de vaststelling van het moment van vertrek uit Nederland. De belastingplichtige stelde in 1996 te zijn verhuisd naar Spanje, waar zij en haar man een tweede woning hadden. Volgens de inspecteur was het echtpaar in de loop van 1997 verhuisd naar België na de verkoop van hun woning in Nederland en de verhuizing van de inboedel van die woning naar België. Het tijdstip van vertrek was bepalend voor het antwoord op de vraag of in Nederland een aanmerkelijk belangwinst was genoten door de emigratie. De wettelijke regeling is met ingang van 1 januari 1997 veranderd. Bij emigratie voor die datum was geen belasting verschuldigd, bij emigratie daarna wel. Het Hof is van oordeel, dat het echtpaar medio 1997 is verhuisd. Van belang acht het Hof de hoogte van energienota’s van de woning in Nederland, het beperkte feitelijke verblijf in Spanje en de regelmatige betalingen en geldopnamen in Nederland. Uit de energienota’s is niet af te leiden dat de woning vanaf eind 1996 leeg heeft gestaan. De aanslag inkomstenbelasting 1997 blijft in stand.