Verkapte winstuitdeling door BV leidt tot verhoging aanslag Vpb

14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AF7794 Zaaknr: 00/02534

Een vennootschap is huurder van een bedrijfspand. Onderdeel van het huurcontract is een optie om het pand te kopen voor ƒ 400.000. De optie kan alleen worden uitgeoefend als de gemeente haar voorkeursrecht tot koop niet uitoefent. Doet de gemeente dat wel, dan heeft de huurder aanspraak op de helft van de meerprijs boven de uitoefenprijs van het optierecht. Het optierecht wordt door de vennootschap overgedragen aan de directeur van de vennootschap. De directeur is de zoon van de enige aandeelhouder van de vennootschap. Voor het optierecht hoeft de directeur niet te betalen. Op dat moment had de gemeente al een eerste bod op het pand uitgebracht. Uiteindelijk koopt de directeur het pand van de verhuurder voor ƒ 500.000 en verkoopt hij het aan de gemeente voor ƒ 1.200.000. Het voordeel van ƒ 700.000 wordt als winst aangemerkt; de aanslag vennootschapsbelasting wordt vastgesteld naar een belastbaar bedrag dat ƒ 700.000 hoger is dan volgens aangifte. Hof Den Bosch stelt vast, dat de vennootschap bewust een voordeel, waar zij recht op had, heeft laten toekomen aan de zoon van haar aandeelhouder. Dat voordeel hoort tot de winst van de vennootschap. Omdat het voordeel tussen verhuurder en huurder zou worden gedeeld is het aandeel van de vennootschap hierin ƒ 400.000. De aanslag wordt dienovereenkomstig verlaagd.