Verkoop aandelenbelang is geen inkomsten uit vermogen als dividend niet is vastgesteld

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AF3018 Zaaknr: 02/03422

Onder de wet IB 1964 was dividend op aandelen progressief belast als het ontvangen dividend hoger was dan de vrijstelling. De verkoop van aandelen was, behalve wanneer er een aanmerkelijk belang bestond, vrijgesteld van inkomstenbelasting. Op grond van een arrest van de Hoge Raad is er een uitzondering op die vrijstelling wanneer bij verkoop van de aandelen het dividend op die aandelen al vaststaat en het recht op dividend wordt meeverkocht. De eigenaar van een aandelenpakket in een BV draagt de economische eigendom hiervan inclusief de aanspraak op het nog vast te stellen dividend over aan een andere BV. De inspecteur merkt een deel van de opbrengst, namelijk het aandeel overgedragen aandelen maal het korte tijd later vastgestelde dividend aan als inkomsten uit vermogen. In geschil is of dit terecht is gedaan. Hof Amsterdam is van oordeel, dat op het moment van verkoop geen zekerheid bestond over het dividend en dit daarom niet aan de verkoper kon worden toegerekend. Dat werd niet anders door het feit, dat de betaling van het dividend aan de verkoper werd gedaan, omdat deze aantoonde, dat het aan de koper ten goede was gekomen.