24 februari 2003 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJN-nummer: AF6680; AF6676; AF6674; Zaaknr: 01/00
Een BV verkoopt de economische eigendom van kantoorpand met bovenwoning aan de directeur-enig aandeelhouder. In het kader van de verkoop van de onderneming van de BV was het pand eerder aan de koper van de onderneming te koop aangeboden voor ƒ 410.000. Deze had echter geen interesse. De verkoop aan de DGA vond plaats voor ƒ 350.000. Een jaar later wordt het pand verkocht aan een derde voor ƒ 470.000. Volgens de inspecteur heeft een uitdeling van winst plaatsgevonden door de verkoop voor een te lage prijs. Partijen waren zich volgens de inspecteur bewust van die te lage prijs. De waarde van het pand bedraagt volgens de inspecteur tenminste ƒ 430.000. De winst van de BV wordt ƒ 80.000 hoger vastgesteld. Bij de vaststelling van de aanslag inkomstenbelasting maakt de inspecteur een fout, waardoor de aanslag te laag wordt vastgesteld. Voor het verschil legt hij een navorderingsaanslag op. Hof Arnhem is van oordeel, dat een uitdeling heeft plaatsgevonden tot een bedrag van ƒ 80.000. Gelet op de huurprijs was de waarde wellicht hoger dan het door de inspecteur genoemde bedrag. De aanslag inkomstenbelasting is niet te hoog vastgesteld. De navorderingsaanslag wordt vernietigd wegens het ontbreken van een nieuw feit. Er is geen sprake van een schrijf- of typefout, want de inspecteur is niet in staat tijdens de procedure aan te geven wat er fout is gegaan.