14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN: AR7209, 01/01291
Iemand kocht in de jaren tachtig een oude stansmachine. Die machine bouwde hij om tot een machine waarmee lasbeschermers voor glasvezelkabel konden worden gemaakt. Dat deed hij naast zijn werk als directeur van grote bedrijven op het gebied van telecommunicatie en kabeltechnieken. Omdat hij niet in staat was om een productielijn op te zetten verkocht hij de machine. De belastingdienst was van mening, dat de bij verkoop behaalde winst belast was. Hof Den Bosch was het met die opvatting eens. Er was met de verkoop van de machine een voordeel behaald. De machine was aan een derde verkocht, dus het voordeel was behaald in het economische verkeer. Het voordeel was door de verkoper beoogd, want het was zijn bedoeling om de met de machine vervaardigde beschermers zelf te gaan verkopen. Gezien zijn functies vond het Hof aannemelijk dat hij bekend was met de glasvezelmarkt en glasvezeltechniek. Daarom was een eventueel voordeel redelijkerwijs te verwachten en niet louter speculatief.