Verlies op economische eigendom aandelenpakket was aftrekbaar

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AV0709, 04/00721

In verband met een voorgenomen beursgang verkocht een BV haar aandelenbelang in de vennootschap die naar de beurs zou gaan. De BV kreeg een recht op levering van een ander pakket aandelen, dat pas op een later moment werd geleverd. De BV stelde economisch eigenaar te zijn van het nog te leveren aandelenpakket en claimde een verlies in haar aangifte vennootschapsbelasting omdat de aandelen minder waard waren geworden. De inspecteur weigerde het verlies in aftrek te brengen. Hij was van mening dat de BV een geldvordering op de koper had. De waardevermindering daarvan kon fiscaal niet in aanmerking worden genomen omdat het een zogenoemde deelnemerschapslening betrof. Vanwege de gelijkenis met een kapitaalverstrekking is afwaardering ten laste van de winst niet mogelijk. Hof Amsterdam was van oordeel dat de bij de beursgang betrokken partijen aan de verkopende aandeelhouders als tegenprestatie voor de door hen te leveren aandelen een bepaald aantal aandelen wilden uitkeren, eventueel onder een bijbetaling in geld. Volgens het Hof was de BV met ingang van maart 1998 economisch eigenares van het aandelenpakket dat in januari 1999 juridisch werd geleverd. Het aandelenpakket vormde voor de BV geen deelneming, zodat het op de aandelen geleden verlies in aanmerking kon worden genomen. Het Hof kon op basis van de vastgestelde feiten niet vaststellen hoe groot het verlies was, maar wel dat het van een zodanige omvang was dat de aanslag tot nihil moest worden verminderd.