Verliesbeschikkingen moeten ook gegeven worden als geen aanslag wordt vastgesteld

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AQ1000 Zaaknr: 03/03714; AQ0138 Zaaknr: 03/00431

Een in Nederland gevestigde NV behaalde haar winst niet alleen in Nederland, maar ook in het buitenland. De winst over deze buitenlandse activiteiten was volgens de geldende belastingverdragen in het buitenland belast. Deze buitenlandse winst werd in Nederland wel in de heffing van vennootschapsbelasting betrokken, maar Nederland verleende vervolgens een aftrek elders belast op de te betalen belasting. Bij het vaststellen van de aanslag vennootschapsbelasting over het boekjaar 1995/1996 moest niet alleen rekening gehouden worden met de aftrek elders belast, maar ook met de verrekening van verliezen uit het verleden. De belastingdienst wilde, omdat de termijn voor het opleggen bijna was verstreken, ter behoud van rechten een aanslag vennootschapsbelasting opleggen terwijl er een boekenonderzoek bij de NV liep. De aanslag werd echter na het verstrijken van de termijn gedagtekend en naar de NV verstuurd. In de procedure voor Hof Amsterdam was in geschil of de aanslag moest worden vernietigd wegens de termijnoverschrijding of kon worden omgezet in een navorderingsaanslag. Volgens het Hof was de aanslag na het verstrijken van de termijn vastgesteld en verzonden en was de NV niet al eerder op de hoogte van verzending van de aanslag. Omdat er geen nieuw feit was op grond waarvan kon worden nagevorderd, was conversie van de aanslag niet mogelijk. De aanslag werd daarom vernietigd. Verder was in geschil of de inspecteur een zogenaamde stallingsbeschikking moest afgeven voor de buitenlandse winsten, waarvoor aftrek elders belast kon worden geclaimd en of de beschikking, waarbij de te verrekenen verliezen werden vastgesteld, correct was.De inspecteur had aan de NV een brief gestuurd, die hij beschikking aftrek elders belast noemde. De NV maakte daartegen bezwaar. Volgens het Hof was er geen sprake van een beschikking waartegen bezwaar gemaakt kon worden. Een stallingsbeschikking moet, net als een beschikking waarbij de verrekenbare verliezen worden vastgesteld, gelijk met de aanslag over een jaar worden vastgesteld. Als er geen aanslag wordt vastgesteld, moet de beschikking vanwege de rechtszekerheid toch genomen worden. De inspecteur moest alsnog een stallingsbeschikking nemen, ook al was de aanslag vennootschapsbelasting vernietigd.Volgens het Hof is de bedoeling van de wetgever dat steeds ‘in’ het jaar van verlies respectievelijk verliesverrekening zekerheid kan worden verkregen over de hoogte van het (verrekende) verlies door middel van een verliesvaststellingsbeschikking of een verrekend-verliesbeschikking. De vernietiging van de aanslag heeft naar het oordeel van het Hof niet tot gevolg dat de verrekend-verliesbeschikking ook vernietigd moet worden. De belastingwet bepaalt dat het belastbare bedrag wordt berekend door de belastbare winst te verminderen met de voorwaarts te verrekenen verliezen. De (materiële) belastingschuld vloeit direct voort uit de Wet. De verrekend-verliesbeschikking is volgens het Hof bedoeld om rechtszekerheid te verkrijgen over de omvang van het verlies uit voorgaande jaren dat met de (materieel) in het jaar 1995/96 door haar genoten belastbare winst geacht moet worden te zijn verrekend en daarmede (tevens) rechtszekerheid te verkrijgen over de omvang van het nog resterende verlies dat in aanmerking komt voor verrekening met belastbare winsten van volgende boekjaren. De verzamelverliesbeschikking stond vast. Aan het begin van het boekjaar bedroegen de verrekenbare verliezen f 219.732.000. De materieelrechtelijk aanwezige belastbare winst van de NV was beduidend hoger. Het Hof stelde het verrekende verlies bij beschikking vast op dat bedrag.