14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AO1414 Zaaknr: BK-03/00687
In een procedure over het grafrecht, dat door de gemeente Zaanstad wordt geheven, had de Hoge Raad geoordeeld, dat het karakter van dat recht een tariefdifferentiatie voor het algemene onderhoud van de begraafplaats alleen toelaat als er een verschil is in genot dat een rechthebbende heeft van dit onderhoud. Omdat er wel verschil in tarief bestond tussen algemene graven en eigen graven maar geen verschil in genot was vastgesteld vernietigde de Hoge Raad de uitspraak van Hof Amsterdam. De zaak werd verwezen naar Hof Den Haag. Dat Hof was van oordeel dat niet per grafruimte maar per belastingplichtige moet worden beoordeeld of sprake is van differentiatie in het tarief voor het algemene onderhoud. Vervolgens stelde het Hof vast, dat er geen verschil is in genot van het onderhoud, zodat de verordening, waarbij het tariefsverschil is ingesteld, voor dat deel onverbindend is. De opgelegde aanslagen werden dienovereenkomstig verminderd.