14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AK3464 Zaaknr: 37450
De inspecteur heeft de bevoegdheid om voorwaarden te stellen bij de toekenning van een verzoek om een onderneming fiscaal geruisloos in te brengen in een BV. Een van de voorwaarden die daarbij worden gesteld houdt in, dat de ondernemer en de BV de voorwaarden accepteren binnen twee maanden na dagtekening van de beschikking. Volgens de Hoge Raad is die termijn geen fatale termijn. Dat houdt in, dat acceptatie van de voorwaarden en dus toepassing van de geruisloze inbreng ook na het verstrijken van de termijn mogelijk is tot het moment waarop het niet accepteren onherroepelijke fiscale gevolgen heeft gehad. De andersluidende uitspraak van Hof Leeuwarden is vernietigd en de zaak is verwezen naar Hof Arnhem.