14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AT9732, 04/02046
Een gemeente betekende dwangbevelen aan een groot advocatenkantoor omdat twee aanslagen gemeentelijke belasting niet waren betaald. De gemeente bracht de kosten van betekening in rekening aan het advocatenkantoor. Het advocatenkantoor bestreed de beschikkingen waarbij de kosten in rekening waren gebracht. Voor het in rekening brengen van dergelijke kosten is vereist dat de belastingplichtige in de gelegenheid is geweest om van zijn belastingschuld kennis te nemen en deze te voldoen. Het advocatenkantoor voerde aan de aanslagbiljetten en de aanmaningen tot betaling niet te hebben ontvangen en bestreed dat die stukken waren verzonden. Het advocatenkantoor beriep zich op de zeer zorgvuldige wijze waarop binnen het kantoor met in- en uitgaande post werd omgegaan. Volgens de gemeente waren de aanslagen wel bij het advocatenkantoor bezorgd omdat ze niet als onbestelbaar retour waren gekomen.Hof Amsterdam zag vier mogelijke scenario’s: 1. De aanslagbiljetten zijn ontvangen, maar bewust niet betaald;2. De aanslagbiljetten zijn ontvangen, maar per abuis niet betaald;3. De aanslagbiljetten zijn niet ontvangen, maar wel verzonden;4. De aanslagbiljetten zijn niet ontvangen, omdat ze niet zijn verzonden.Alleen in het laatste geval was het advocatenkantoor niet in gebreke en mochten geen kosten van betekening van de dwangbevelen in rekening worden gebracht. De gemeente moest bewijzen dat scenario 4 zich niet had voorgedaan, maar slaagde daar niet in. De gemeente bracht geen enkel bewijs van verzending in. Het Hof vernietigde daarom de kostenbeschikkingen.