27 april 2007 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJNBA5606, 02/03013
De belastingdienst corrigeerde naar aanleiding van een boekenonderzoek bij een BV die een jazzcafé exploiteerde de omzet en de winst van de BV met een bedrag aan niet verantwoorde omzet. De belastingdienst merkte het bedrag van de omzetcorrectie aan als een winstuitdeling aan de DGA en legde hem navorderingsaanslagen inkomstenbelasting op. In de procedure over de aanslag vennootschapsbelasting 1998 stelde Hof Arnhem de correctie op de winst vast op een bedrag van ƒ 68.219 (exclusief omzetbelasting) aan meer baromzet en meer entreegelden. Omdat deze omzet niet in de boeken van de BV werd verantwoord en niet in het eigen vermogen van de BV was opgenomen, volgde het Hof het standpunt van de inspecteur dat de verzwegen omzet aan de DGA ten goede was gekomen. Gezien zijn positie als leidinggevende van de BV moest de DGA zich daarvan bewust zijn geweest. De omzetcorrectie gold als een uitdeling van winst door de BV aan de DGA. Door een belangrijk deel van de omzet aan de BV te onttrekken en daarvan geen melding te maken in zijn aangifte inkomstenbelasting maakte de DGA zich schuldig aan voorwaardelijk opzet, waarbij in principe een boete van 50% van de na te vorderen belasting paste. Gelet op de tijd die was verstreken sinds de aankondiging van de boete en op hoogte van de boete die aan de BV waren opgelegd, verminderde het Hof de boete tot 15%.