21 februari 2003 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AF2699 Zaaknr: 37011
Op grond van het verdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing met Brazilie heeft iemand, die woont in Nederland recht op vermindering van belasting over zijn in Brazilie verdiende inkomen wanneer hij gedurende meer dan 183 dagen in Brazilie heeft verbleven. Die 183 dagen moeten in een kalenderjaar of fiscaal jaar in het betreffende buitenland zijn doorgebracht. Van belang is, dat de persoon, die een beroep doet op de regeling, fysiek in het betreffende land aanwezig is geweest. Tussentijds verblijf elders, bijvoorbeeld vakantie in Nederland, telt niet mee voor de bepaling van het aantal dagen. Voorbeeld: iemand werkt van 1 mei tot 31 december in het buitenland. Die periode beslaat 245 dagen. In verband met vakantie en andere verplichtingen is hij van 4 juli tot en met 28 augustus in Nederland. Dat is een periode van 56 dagen, zodat het totale verblijf in het buitenland 189 dagen betreft. Stel dat hij in verband met de kerstdagen en de jaarwisseling op 24 december naar Nederland komt, dan verspeelt hij het recht op aftrek, omdat niet aan de eis van meer dan 183 verblijfsdagen wordt voldaan.