Voor aftrekbare onderhoudsverplichtingen is eerdere samenwoning niet vereist

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AE0287 Zaaknr: 37152

Bedragen, die worden betaald ter voorziening in het levensonderhoud van personen, met wie de betaler een relatie heeft gehad, zijn aftrekbaar als persoonsgebonden aftrek als ze berusten op een dringende morele verplichting. Voor aftrek van dergelijke bedragen is niet vereist, dat er is samengewoond met de persoon, met wie de relatie is verbroken. Evenmin is vereist, dat de betalingen direct na het verbreken van de relatie ingaan. Bij de beoordeling of dergelijke betalingen worden gedaan, worden omstandigheden als het hebben van eigen inkomsten betrokken. Het wegvallen van inkomsten uit dienstbetrekking na verloop van zekere tijd kan ertoe leiden, dat de voormalige partner zich verplicht voelt om bij te dragen in de kosten van het levensonderhoud. Dat heeft de Hoge Raad vastgesteld in een procedure, waarin de betalingen aan meerdere ex-vriendinnen van de betrokkene aan de orde kwamen.