Vóór definitieve aanslag vastgestelde navorderingsaanslag is primitieve aanslag: geen boete mogelijk

14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AL1851 Zaaknr: 94/00107

In een langlopende procedure voor Hof Den Bosch (de eerste zitting was op 14 juni 1996; de uitspraak is van juli 2003) is in geschil de navorderingsaanslag inkomstenbelasting 1990 die aan de houder van een coffeeshop is opgelegd. Opmerkelijk is, dat de navorderingsaanslag eerder is gedateerd dan de reguliere aanslag. De navordering betrof de winst die met de verkoop van softdrugs is behaald. Het hof is van oordeel, dat de coffeeshophouder niet de vereiste aangifte heeft gedaan omdat hij uitsluitend de opbrengsten van andere verkopen dan softdrugs uit zijn coffeeshop heeft aangegeven. Dat leidt tot verzwaring van de bewijslast voor de coffeeshophouder: hij zal moeten aantonen dat de aanslag niet juist is. Uitgaande van de inkoopwaarde van de bij hem gevonden hoeveelheid softdrugs en de door de coffeeshophouder gestelde marge op softdrugs komt het Hof tot de conclusie, dat de aanslag eerder te laag dan te hoog is vastgesteld. Omdat de coffeeshophouder niet bewijst, dat de aanslag te hoog is blijft deze in stand. Wel vervalt de boete vanwege het feit, dat de navorderingsaanslag eerder is opgelegd dan de definitieve en daarmee niet het karakter van een navorderingsaanslag heeft. Bij een definitieve aanslag kon geen boete wegens onjuiste aangifte worden opgelegd.