Voor dochter betaalde promotiekosten niet aftrekbaar als uitgaven voor levensonderhoud

14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN: AS6711, 02/01113

Iemand betaalde in het jaar 2000 een bedrag van ƒ 20.000 aan zijn dochter voor de kosten van haar promotie. Verminderd met de drempel van ƒ 800 trok hij dit bedrag van zijn inkomen af als buitengewone lasten. De inspecteur weigerde de aftrek toe te staan omdat de dochter zelf in haar levensonderhoud kon voorzien. Van de totale betaling kon een bedrag van ƒ 13.728 worden aangemerkt als promotiekosten die voor zijn dochter aftrekbaar waren. Hof Den Bosch was van oordeel dat de dochter, gelet op haar inkomens- en vermogenspositie, in staat was om de kosten van de promotie zelf te dragen. Daarom konden deze kosten niet als een uitgave tot voorziening in het levensonderhoud van de dochter door haar vader in aftrek worden gebracht.