14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AP8393 Zaaknr: 03/03681
Iemand sloot in 1983 een doorlopend krediet, dat hij naar eigen zeggen volledig heeft besteed aan zijn (nieuwbouw)woning. Ondanks het feit dat het om een dure kredietvorm ging heeft hij de lening niet afgelost. Hij kon niet met bonnen, nota’s of facturen aantonen dat hij de lening heeft aangewend voor de woning. In het algemeen ligt de bewijslast dat de geldlening is gebruikt voor de verwerving, verbetering en/of het onderhoud van de woning bij de eigenaar. Dat geldt echter niet voor leningen die vóór 1 januari 2001 zijn aangegaan. In de kamerstukken van de wet IB 2001 is te lezen, dat”belastingplichtigen er van uit mogen gaan dat leningen die ter bekostiging van onderhoud of verbetering van de eigen woning die uiterlijk op 31 december 2000 zijn aangegaan en die onder de werking van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 door de belastingdienst als zodanig zijn geaccepteerd, vanaf 1 januari 2001 dat karakter zullen behouden." De inspecteur heeft de besteding van de lening aan de eigen woning niet bestreden, maar hij meende, dat door aflossing de oorspronkelijke lening teniet was gegaan. Dat standpunt heeft hij niet bewezen. Volgens het Hof was de betaalde rente over het krediet aftrekbaar.