14 mei 2007 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJN: AS2113, 03/00522
Een gemeente stelde de WOZ-waarde van een pand bij beschikking vast op ƒ 220.000. Dat was een lager bedrag dan de WOZ-waarde op de voorafgaande peildatum. De gemeente gaf enkele maanden later een herziene beschikking, waarbij de waarde werd vastgesteld op ƒ 608.000. De heffingsambtenaar van de gemeente was van mening, dat de herziene beschikking rechtsgeldig was ondanks het ontbreken van een nieuw feit. Naar zijn mening was er sprake van een schrijf- of typefout van de ambtenaar, die voor de woningeigenaar duidelijk kenbaar was. Hof Arnhem deelde deze opvatting niet. De heffingsambtenaar had zonder controle de door een taxatiebureau aangeleverde gegevens opgenomen in de WOZ-beschikking. Pas na het vaststellen van de WOZ-beschikkingen controleerde hij op mogelijke afwijkingen. Die controle had ook voor de vaststelling van de beschikkingen kunnen worden uitgevoerd. Naar het oordeel van het Hof aanvaardde de gemeente door deze manier van werken welbewust het risico dat er onjuiste WOZ-beschikkingen werden vastgesteld. Er was geen sprake van een vergissing. Het hof vernietigde de herziene beschikking.