7 mei 2004 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AO9018 Zaaknr: 34782
In 2002 heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen bepaald, dat de Nederlandse wijze van berekenen van de aftrek elders belast onder omstandigheden in strijd is met het vrije verkeer van werknemers binnen de EU. Het ging om de heer De Groot, die in Nederland woonde en zowel in Nederland als in andere landen van de Europese Unie werkte in dienst van een concern. De Groot was gescheiden en betaalde alimentatie aan zijn ex-vrouw. Hij moest in Nederland belasting betalen over zijn gehele inkomen, maar had recht op een vermindering van die belasting, omdat de belastingheffing over het buitenlandse deel van zijn inkomen volgens verdragen niet aan Nederland toekwam. Door de wijze waarop de vermindering wordt berekend, had De Groot niet het volledige belastingvoordeel van zijn belastingvrije som en van de aftrek van de alimentatie die hij aan zijn ex-vrouw betaalde. Volgens het Hof van Justitie EG moest Nederland bij de berekening van de verschuldigde belasting ervoor zorgen dat iemand die in Nederland woont, het volledige fiscale profijt heeft van zijn belastingvrije som en zijn persoonlijke aftrekposten als daarmee niet in een ander land rekening werd gehouden. De Hoge Raad heeft nu de uitwerking van dit arrest gegeven. Omdat met de persoonlijke aftrekposten rekening moet worden gehouden wordt de noemer in de verminderingsbreuk gelijkgesteld aan het belastbare inkomen. De teller van de verminderingsbreuk blijft het in het buitenland verdiende inkomen. De vermindering van belasting kan niet groter zijn dan de belasting, die zonder vermindering over de belastbare som zou moeten worden betaald. Als het totaal van aftrekposten hoger is dan het binnenlandse onzuivere inkomen, wordt met het meerdere rekening gehouden in een volgend jaar. De Groot claimde een vermindering van belasting gelijk aan het bedrag dat hij zou krijgen wanneer hij zijn totale arbeidsinkomen in Nederland zou hebben verdiend. Dat zou betekenen, dat hij recht had op een grotere vermindering. De Hoge Raad heeft die claim afgewezen, omdat naar het oordeel van de Hoge Raad het niet in strijd is met het Europese recht om de vermindering te beperken tot maximaal het bedrag van de berekende belasting.