5 januari 2004 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AO6311 Zaaknr: 02/06828
Een BV, die als enige activiteit het houden van aandelen in een andere BV had, was geen ondernemer voor de omzetbelasting. Na de verkoop van de deelneming verrichtte de BV managementactiviteiten voor de vroegere deelneming. Voor die activiteiten werd de BV als ondernemer voor de omzetbelasting aangemerkt. Over de afwikkeling van de verkoop ontstond een geschil. De BV huurde een adviseur in. Die bracht zijn kosten met BTW in rekening. In geschil was of de BV deze BTW als voordruk kon verrekenen. Hof Amsterdam stelt voorop dat het feit dat de desbetreffende diensten zijn verricht in een tijdvak waarin de BV ondernemer was niet automatisch recht geeft op aftrek van voorbelasting. Daarvoor is nodig dat de desbetreffende diensten zijn betrokken in het kader van de onderneming. De betreffende adviesdiensten hadden betrekking hebben op een arbitrageprocedure over de afwikkeling van een aandelenverkoop in het verleden. Die verkoop is geen economische activiteit voor de heffing van omzetbelasting. De BV was ook niet uit anderen hoofde ondernemer voor de BTW. Nu de adviesdiensten zijn betrokken in verband met de afwikkeling van een activiteit die belanghebbende niet als ondernemer heeft verricht en een rechtstreeks en onmiddellijk verband met de onderneming van belanghebbende ontbreekt bestaat er geen recht op aftrek van voorbelasting.