20 juni 2003 | Hof Leeuwarden | jurisprudentie | LJN-nummer: AH8683 Zaaknr: BK 627/01
In het kader van de overdracht van zijn onderneming heeft een ondernemer als onderdeel van de tegenprestatie een renteloze lening bedongen. De inspecteur rekent het voordeel van renteloosheid tot de stakingswinst van de ondernemer. De lening is groot ƒ 400.000 en heeft een looptijd van 20 jaar. Aflossing vindt in gelijke jaarlijkse termijnen van ƒ 20.000 plaats. De inspecteur heeft het voordeel op ƒ 156.000 berekend. In de procedure voor Hof Leeuwarden voert de ondernemer ter zitting aan, dat bij zijn overlijden, faillissement of surseance van betaling of bij verkoop van zijn nieuwe onderneming de lening vervroegd afgelost moet worden. Dat merkt hij aan als een vermindering van het door de inspecteur berekende voordeel. In geschil is of dit punt alsnog bij de bepaling van de stakingswinst kan worden meegenomen. Het Hof is van oordeel, dat dit mogelijk is, gelet op het verband met de hoogte van de stakingswinst, die oorspronkelijk in geschil was. Volgens het Hof houdt de mogelijkheid van vervroegde opeisbaarheid een waardevermindering in van het genoten voordeel.