Voorlopige teruggaaf heffingskorting leidt tot verplichte aanslag inkomstenbelasting

14 mei 2007 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJN-nummer: AM0338 Zaaknr: 02/04092

Bij het opstellen van hun aangiften inkomstenbelasting 2001 hebben twee echtgenoten binnen de grenzen, die de wet biedt inkomen toegerekend aan de minstverdienende partner. Het doel daarvan was te bereiken, dat de over dat inkomen berekenden belasting beneden de aanslaggrens zou blijven. Die grens bedroeg in 2001 ƒ 432; de berekende belasting bedroeg ƒ 430. Toch volgde een aanslag inkomstenbelasting, omdat er een voorlopige teruggaaf was verleend voor de heffingskorting. De voorlopige teruggaaf was hoger dan het bedrag waarop rekening houdend met de aangifte recht bestond. Naar het oordeel van Hof Arnhem was de aanslag terecht opgelegd; het beroep op door de aangiftediskette van de belastingdienst opgewekt vertrouwen werd afgewezen onder verwijzing naar een arrest van de Hoge Raad.