14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | wetswijziging | WDB 2004-299M
Bij de Tweede Kamer is een voorstel ingediend om de WOZ te wijzigen. Het voorstel bevat de volgende maatregelen:1. De waardebeschikkingen worden door de gemeenten vastgesteld en bekendgemaakt tegelijk met de aanslag onroerende zaakbelastingen; 2. Voor gebouwen in aanbouw dient de waarde op de vervangingswaarde, dat is de grondwaarde plus de stichtingskosten van de onroerende zaak te worden gesteld;3. Gemeenten krijgen de mogelijkheid om ambtshalve een waardebeschikking vast te stellen voor nieuwe belanghebbenden;4. Voor kerken, waterbeheersingswerken en waterzuiveringswerken hoeft geen WOZ-waarde meer te worden vastgesteld, omdat de bestaande vrijstelling voor de OZB ook gaan gelden voor de waterschapsheffingen;5. het WOZ-tijdvak wordt verkort tot uiteindelijk één jaar. De jaarlijkse waardering wordt per 1 januari 2007 ingevoerd. Met ingang van 2005 wordt het tijdvak teruggebracht van vier jaren naar twee jaren.Bezwaarschriften tegen de aanslag OZB worden ook aangemerkt als bezwaar tegen de WOZ-beschikking en andersom. Nu geldt, dat afzonderlijk bezwaar gemaakt moet worden tegen de aanslag of de waardebeschikking. Het komt vaak voor, dat tegen de aanslag OZB bezwaar wordt gemaakt omdat men het niet eens is met de WOZ-waarde. De WOZ-beschikking staat dan vaak al onherroepelijk vast, omdat de bezwaartermijn is verstreken. Dat probleem wordt opgelost door het bezwaar als een dubbel bezwaar aan te merken en de WOZ-beschikking tegelijk met de aanslag OZB te verzenden.