Vorming herinvesteringsreserve toegestaan

29 april 2008 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJNBD1742, 07/00237

Een ondernemer kan de boekwinst die hij behaalt bij de verkoop van een bedrijfsmiddel opnemen in een herinvesteringsreserve en op die manier de belastingheffing over deze boekwinst uitstellen. De ondernemer moet wel een voornemen tot herinvesteren hebben. Voor bedrijfsmiddelen waarop langer dan 10 jaar of niet wordt afgeschreven geldt als aanvullende eis dat afboeking van een herinvesteringsreserve alleen is toegestaan bij herinvestering in bedrijfsmiddelen met eenzelfde economische functie in de onderneming. Een vennootschap die een aan haar DGA verhuurd woonhuis verkocht wilde voor de bij de verkoop behaalde boekwinst een herinvesteringsreserve vormen om die daarna af te boeken op de aankoop van een bedrijfspand dat voor de verhuur was bestemd. De inspecteur weigerde dat omdat het bedrijfspand niet dezelfde economische functie innam in de onderneming als de verkochte woning. Daarnaast bestreed de inspecteur het bestaan van een vervangingsvoornemen in het jaar van verkoop van de woning. De rechtbank was van oordeel dat de vennootschap een herinvesteringsreserve mocht vormen. De verhuurde woning was een bedrijfsmiddel. Dat gold ook voor het aangekochte bedrijfspand. De rechtbank zag geen verschil in economische functie. Hof Amsterdam leidde uit een arrest van de Hoge Raad uit 2006 af dat binnen een onderneming die onroerende zaken verhuurt een appartementencomplex dat aan particulieren wordt verhuurd dezelfde economische functie kan vervullen als bedrijfsunits die aan ondernemingen worden verhuurd. Het Hof onderschreef de opvatting van de rechtbank dat de bij verkoop van het woonhuis gevormde herinvesteringsreserve mocht worden afgeboekt op de aanschaffingskosten van het bedrijfspand.