Vraag- en antwoordbesluit geruisloze terugkeer uit BV

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | CPP2004/585M

In een vraag- en antwoordbesluit geeft de staatssecretaris van Financiën een toelichting op de mogelijkheid van geruisloze terugkeer uit een BV naar een door de aandeelhouders gedreven onderneming. Onder meer op de volgende punten wordt ingegaan.Volgens de staatssecretaris hoeft de verhouding in de gerechtigdheid tot het vermogen van de VOF na de geruisloze terugkeer niet gelijk te zijn aan de aandelenverdeling van de BV. Het uitgangspunt is dat de gerechtigdheid van de voortzettende aandeelhouders in de onderneming gelijk moet zijn aan hun belang als aandeelhouder in de vennootschap. De waarde van ieders gerechtigdheid via het aandelenbezit moet overeenkomen met de aan een ieder toe te rekenen inbrengwaarde van de vermogensbestanddelen die worden ingebracht in de VOF, vermeerderd met de waarde van het buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen dat aan een ieder wordt toegescheiden. Een verschuiving in de gerechtigdheid tot het vermogen is aanleiding om toepassing van de geruisloze terugkeer af te wijzen. Een juiste toedeling van het kapitaal is mede afhankelijk van de winstverdeling van de firmanten in de VOF.De winstverdeling in de VOF moet na de geruisloze terugkeer zakelijk zijn. Dat houdt niet in, dat deze gelijk aan aandelenverhouding moet zijn.Na de geruisloze terugkeer kunnen verliezen, die in de BV zijn geleden door de voortzettende aandeelhouder worden verrekend met winsten uit de voortgezette onderneming. Bij de overgang worden deze verliezen verrekend met stille en fiscale reserves. Die verrekening mag niet naar keuze plaatsvinden, maar moet pro rata worden verrekend met stille en fiscale reserves. Wanneer de gewenste datum van overgang in de loop van een boekjaar van de BV valt kan door wijziging van het boekjaar verliesverdamping voorkomen worden. Het laatste boekjaar voor het overgangstijdstip wordt dan een kort boekjaar. Het verlies van dat (korte) boekjaar is dan een voorwaarts verrekenbaar verlies dat een ondernemingsverlies is van de voortzettende aandeelhouder. Daarbij is geen sprake van het behalen van een incidenteel fiscaal voordeel.Na geruisloze terugkeer kan de onderneming van een BV, die slechts één aandeelhouder had, door zijn partner worden voortgezet, mits deze als ondernemer kwalificeert.Bij gebruikmaking van de doorschuiffaciliteiten voor ondernemers geldt, dat een terugkeerreserve wel kan worden doorgeschoven ingeval van overlijden maar niet ingeval van doorschuiving van de onderneming bij leven. In dat laatste geval wordt de onderneming geacht te zijn gestaakt voor de terugkeerreserve.