Vraag- en antwoordbesluit over toepassing artikel 10a vennootschapsbelasting

14 mei 2007 | Ministerie van Financiƫn | besluit | CPP2004/545M

In een vraag- en antwoordbesluit geeft de staatssecretaris van Financien een toelichting op de beperking van de renteaftrek in de vennootschapsbelasting. Het besluit heeft betrekking op rente over schuldig gebleven winstuitdelingen, teruggaven van gestort kapitaal, kapitaalstortingen of aflossingen of verstrekkingen van een geldlening die bij de schuldenaar als eigen vermogen functioneren. Deze rente is niet aftrekbaar. Als bij de ontvanger de rentebate effectief belast is met inkomstenbelasting of een belasting naar de winst en de rentebetaler kan aantonen dat de belasting is betaald is de rente wel aftrekbaar. De rente is in principe niet aftrekbaar, tenzij de betaler bewijst dat sprake is van in overwegende mate zakelijke overwegingen. Het onderzoek naar de zakelijke overwegingen kan in deze gevallen achterwege blijven. Per geval moet bekeken worden of de betaalde belasting ongeveer gelijk is aan het belastingvoordeel van de renteaftrek.Als binnen een concern het belang in een groepsmaatschappij voor een groot deel wordt overgedragen aan een andere groepsmaatschappij en de koopsom daarvoor wordt schuldig gebleven is de rente daarover in principe niet aftrekbaar tenzij de geldlening of de verhanging van de groepsmaatschappij uit zakelijke overwegingen zijn gedaan.Er is sprake van een verwerving van een verbonden lichaam waarbij geen wijziging wordt gebracht in het uiteindelijke belang dan wel de uiteindelijke zeggenschap in dat lichaam. Dan wordt de renteaftrek alleen toegestaan als de ontvanger daarover een redelijke belastingheffing moet betalen. Wanneer de belastingheffing bij de ontvanger door de verrekening van verliezen uit jaren voorafgaand aan het jaar waarin de geldlening is opgenomen beperkt wordt is geen sprake van een heffing naar redelijke maatstaven. Uit redelijkheidsoverwegingen keurt de staatssecretaris van Financien goed dat de renteaftrek wordt toegestaan tot het bedrag waarover effectief een belasting naar de winst of het inkomen wordt geheven.