14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | CPP2004/774M
In een vraag- en antwoordbesluit heeft de staatssecretaris van Financiën een toelichting gegeven op de fiscale behandeling van de werkruimte in de eigen woning van een ondernemer of resultaatgenieter. Daarbij heeft hij ook aangegeven hoe die behandeling per 1 januari 2005 zal zijn onder de gewijzigde regeling. De kosten en lasten van de werkruimte zijn in principe niet aftrekbaar. Het gaat dan niet alleen om de kosten van de werkruimte zelf, maar ook om de kosten van onderhoud, behang- en schilderwerk, stoffering, de inventaris en energiekosten. Dat geldt per 1 januari 2005 nog steeds. Als aan de voorwaarden voor aftrek is voldaan onder de huidige regeling is de aftrek beperkt tot het voordeel in box 3 van de werkruimte. Voor werkruimte in een huurwoning is volgens het besluit aftrek nu niet mogelijk. Met ingang van 2005 kan als aan de dan geldende voorwaarden voor aftrek is voldaan een gebruiksvergoeding van een evenredig deel van de huur en de huurderslasten in aftrek worden gebracht.Een kleine werkruimte valt nu niet onder de terbeschikkingstellingsregeling. Deze werkruimte blijft onderdeel van de eigen woning, hoewel bij de invoering van de wet IB 2001 is gezegd, dat de kleine werkruimte in box 3 valt. De staatssecretaris keurt daarom met ingang van 1 januari 2001 goed dat naar keuze de eigenwoningregeling (box 1) of de box 3-regeling van toepassing is. De keuze is definitief. Het aan de werkruimte toe te rekenen gedeelte van een financieringsschuld van de woning volgt de werkruimte. Ambtshalve vermindering van al vaststaande aanslagen is mogelijk.De grootte van de werkruimte is met ingang van 1 januari 2005 voor de terbeschikkingstellingsregeling niet meer van belang. Als onderscheidend criterium geldt dan dat de werkruimte een zelfstandig deel van de woning vormt. Daarnaast geldt een inkomenscriterium. Als aan beide voorwaarden is voldaan behoort de werkruimte tot het resultaatsvermogen. Zo niet, dan blijft de werkruimte onderdeel van de eigen woning. Een vergoeding die een DGA ontvangt van zijn BV voor de terbeschikkingstelling van een werkruimte in de eigen woning valt onder de loonbepalingen in de wet IB 2001 en niet onder het resultaat uit overige werkzaamheden. Met ingang van 1 januari 2005 vormt deze vergoeding wel resultaat uit overige werkzaamheden als de werkruimte een zelfstandig deel van de woning vormt.Onder de huidige regeling heeft het gebruik van een werkruimte in een eigen woning voor de onderneming tot gevolg dat de eigenwoningregeling niet meer van toepassing is. De werkruimte vormt ondernemingsvermogen of privé-vermogen. In het laatste geval komt de werkruimte in box 3 terecht.Een werkruimte die voor overige werkzaamheden wordt gebruikt blijft onder de huidige regeling onderdeel van de eigen woning, tenzij deze uitsluitend voor die werkzaamheden wordt gebruikt.