10 oktober 2006 | Overig | jurisprudentie | LJNAZ2973, AWB 05/1582
De overdrachtsbelasting wordt geheven bij de verkrijging van in Nederland gelegen onroerende zaken. Volgens de wet is overdrachtsbelasting ook verschuldigd wanneer in het kader van een fusie onroerende zaken worden overgedragen. Door een juridische fusie tussen een woningstichting en een stichting die een aantal bejaardenwoningen beheerde verkreeg de woningstichting de bejaardenwoningen. Ter zake van deze verkrijging deed de woningstichting een beroep op een vrijstelling van overdrachtsbelasting die in een Resolutie van het Ministerie van Financiƫn was vastgelegd. De staatssecretaris wees dat verzoek af. De vrijstelling had betrekking op instellingen die werkzaam waren in het algemeen belang. De staatssecretaris beschouwt de exploitatie van onroerende zaken niet als werkzaamheid in het algemeen belang. Volgens de rechtbank zou geen overdrachtsbelasting zijn geheven als beide instellingen zouden kunnen worden aangemerkt als het algemeen belang beogende instellingen. Een stichting die zonder commercieel belang voorziet in adequate huisvesting voor personen die daartoe zelfstandig niet of moeilijk in staat zijn dient volgens de rechtbank het algemeen belang. De stichting die de bejaardenwoningen exploiteerde was voor de vennootschapsbelasting gelijkgesteld aan een woningstichting. Op grond van een arrest van de Hoge Raad uit 1959 is een instelling die uit sociale overwegingen en zonder winstbejag de huisvesting en verzorging van bejaarden biedt een instelling die het algemeen nut dient. De rechtbank baseerde daarop het oordeel dat beide instellingen het algemeen nut dienden en er op mochten vertrouwen dat geen overdrachtsbelasting verschuldigd zou zijn in verband met de fusie.