Vrijstelling bijkomende prestaties geldt voor gehele instelling

14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AF2793 Zaaknr: 00/02174

Voor de omzetbelasting geldt een vrijstelling voor prestaties van bijkomende aard, die worden verricht door voor hun hoofdprestatie vrijgestelde niet-winstbeogende instellingen. Die vrijstelling is gebonden aan een maximum. Een vrijgestelde instelling haalde in meerdere gebieden goederen op en verkocht die op een centraal punt. Er werd niet per regio een administratie gevoerd van de opgehaalde goederen per soort en per hoeveelheid. Hof Den Bosch besliste, dat er één instelling was, die de goederen ophaalde en verkocht en niet, zoals de instelling wilde, per regio een aparte instelling. Op grond van het oordeel van het Hof was de vrijstelling slechts eenmaal van toepassing. Het beroep, dat de instelling deed op door een brief van het ministerie van Financiën opgewekt vertrouwen leidde niet tot een ander inzicht maar wel tot kwijtschelding van de boete.