23 oktober 2006 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJNAZ4209, 04/02373
De Wet op de Omzetbelasting kent een vrijstelling voor medische prestaties. Deze vrijstelling is gerelateerd aan de Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (wet BIG). De werkzaamheden van een osteopaat zijn gericht op de medische verzorging van de mens, maar vallen niet onder de beroepen in de Wet BIG. Dat betekent dat de vrijstelling van omzetbelasting niet van toepassing is. Veel osteopaten zijn eerst opgeleid tot fysiotherapeut. De werkzaamheden van een fysiotherapeut vallen onder de vrijstelling van omzetbelasting, maar de werkzaamheden van een osteopaat wijken te veel af van de werkzaamheden van een fysiotherapeut om de vrijstelling van omzetbelasting voor fysiotherapeuten toe te passen. De werkzaamheden van een arts/osteopaat vallen echter wel onder de vrijstelling van omzetbelasting. Volgens het Hof van Justitie EG is het niet toegestaan om paramedische beroepen uit te zonderen van de vrijstelling van omzetbelasting wanneer andere personen die soortgelijke gezondheidszorg verlenen wel onder de vrijstelling vallen. Er is sprake van soortgelijke gezondheidszorg wanneer de beroepskwalificaties van de betrokken zorgverleners gelijk zijn of wanneer de verleende zorg van hetzelfde kwaliteitsniveau is. De werkzaamheden van een arts/osteopaat verschillen niet van die van een fysiotherapeut/osteopaat. Ook de opleiding tot osteopaat is voor artsen en fysiotherapeuten gelijk. Volgens Hof Amsterdam zijn de beroepskwalificaties van arts/osteopaten en fysiotherapeut/osteopaten gelijk, ondanks de verschillende vooropleiding. De werkzaamheden van de fysiotherapeut/osteopaten vallen daarom evenals die van arts/osteopaten onder de vrijstelling.