14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AF1332 Zaaknr: 01/02233
Een inwoner van Duitsland heeft in 2002 aan zijn eveneens in Duitsland wonende dochter een participatie in een onroerend goedfonds geschonken. Het fonds is eigenaar van een in Nederland gelegen onroerende zaak. In Nederland wordt aangifte overdrachtsbelasting gedaan vanwege de schenking. Bij de aangifte wordt een beroep op vrijstelling wegens de verschuldigdheid van schenkingsrecht gedaan. De inspecteur legt een naheffingsaanslag op. In de procedure voor Hof Amsterdam is in geschil of sprake is van de verkrijging van een onroerende zaak en of recht op de vrijstelling wegens schenking bestaat. Hof Amsterdam oordeelt, uitgaande van de veronderstelling, dat sprake is van de verkrijging van een onroerende zaak, dat de vrijstelling van toepassing is. Niet vereist is, dat de schenking in Nederland heeft plaatsgevonden of is belast. Op grond daarvan vernietigt het Hof de aanslag. Overigens is een schenking tussen buitenlanders van de economische eigendom van een onroerende zaak in Nederland sedert 1 januari 2002 onderworpen aan het recht van overgang.