14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AH8876 Zaaknr: 00/02910
De overdrachtsbelasting kent een vrijstelling voor de situatie, waarin een onroerende zaak, die gezamenlijk eigendom is van samenwoners aan een van hen wordt toebedeeld. Voorwaarde is, dat het belang van ieder tenminste 40% en maximaal 60% bedraagt en dat de onroerende zaak door hen gezamenlijk is verkregen. De fiscus weigerde de vrijstelling toe te passen bij de verdeling van de gemeenschappelijke eigendom van twee broers, die samen in de woning hadden gewoond en ieder na hun huwelijk ook met hun echtgenoten daar hadden gewoond. Volgens de inspecteur waren er vier medegerechtigden, die ieder voor 25% mede-eigenaar waren. Hij baseerde zich op de wettelijke gemeenschap van goederen tussen echtgenoten. De broers waren echter naar Turks recht getrouwd. Het Turkse recht kent geen wettelijke gemeenschap van goederen en dus merkte het Hof de broers als enige mede-eigenaren aan. Die waren ieder voor de helft eigenaar, zodat de vrijstelling moest worden toegepast.