14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AE7337 Zaaknr: 37517
De onroerende zaakbelasting kent een vrijstelling voor waterzuiveringsinstallaties in eigendom of gebruik van publiekrechtelijke lichamen. Hof Den Haag heeft onlangs in een uitspraak die vrijstelling ook toegepast op een waterzuiveringsinstallatie van een publiekrechtelijke instelling wegens ongeoorloofde discriminatie. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd, omdat het Internationale verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en het Europese Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden niet alle vormen van ongelijke behandeling verbieden. De fiscale wetgever heeft een ruime beoordelingsvrijheid om te bepalen of het gaat om gelijke gevallen en vervolgens om te bepalen of de ongelijke behandeling van die gevallen te rechtvaardigen is. Naar het oordeel van de Hoge Raad is geen sprake van een ongeoorloofde ongelijke behandeling.