Vrijstelling schenkingsrecht bij nakoming morele verplichting

14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AE8638 Zaaknr: 97/21056

Voor het schenkingsrecht geldt een vrijstelling voor schenkingen, die gedaan worden ter nakoming van natuurlijke verbintenissen. Bij een natuurlijke verbintenis is sprake van een verplichting, die de ene partij voelt jegens de andere partij, maar die door de andere partij niet kan worden afgedwongen. De vraag of een natuurlijke verbintenis de grondslag was voor een bevoordeling, werd in de volgende casus aan het gerechtshof voorgelegd. Twee broers hadden in hun jeugd voor een bescheiden beloning in het landbouwbedrijf van hun vader gewerkt. Gezien de omvang van het bedrijf kon het door slechts een van hen worden voortgezet. De oudste broer nam het bedrijf van zijn vader over voor de waarde in verpachte toestand. Ten opzichte van de werkelijke waarde hield dat een voordeel in, maar bij overdracht tegen de werkelijke waarde was een lonende exploitatie niet mogelijk. De jongere broer werkte in zijn vrije tijd onbezoldigd bij zijn broer. Bij verkoop van een deel van de grond aan de gemeente bedong de landbouwer voor zijn broer het recht om een perceel bouwgrond aan te schaffen. Omdat de waarde van het perceel hoger was dan de prijs die betaald moest worden, hield dat een schenking in van de oudste aan de jongste broer. De inspecteur wilde dat voordeel belasten. Volgens de broers was er sprake van de nakoming van een natuurlijke verbintenis. Hof Den Bosch was het daarmee eens en vernietigde de aanslag schenkingsrecht.