14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AF2674 Zaaknr: 01/02007
In een procedure over de afvalstoffenheffing voor Hof Amsterdam is de feitelijke situatie van een voormalige vuilstortplaats in geding. Die situatie is van belang voor het bepalen van de hoogte van een aanslag afvalstoffenheffing. De eigenaar van de voormalige stort is van mening, dat sprake is van hergebruik of nuttige toepassing van afvalstoffen op een "speciale afzonderlijke locatie", waar alleen bepaalde soorten afvalstromen mogen worden gebruikt. De inspecteur stelt zich op het standpunt, dat de vuilstortplaats feitelijk is heropend, omdat de bestemming van de stortplaats niet vaststaat. In die visie worden de aangeleverde afvalstoffen niet gebruikt om een bijzondere locatie te laten ontstaan. Volgens het Hof was het belang van de eigenaar gericht op het tegen betaling aannemen van afvalstoffen, met andere woorden het halen van omzet. De toekomstige andere bestemming was geen doel op zich, maar bijzaak. Gevolg van dit oordeel van het hof is, dat er terecht een aanslag afvalstoffenheffing is opgelegd. De oorspronkelijke aanslag was echter te hoog en wordt daarom vastgesteld op het lagere juiste bedrag.