11 juli 2006 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJNBB2110, BK-04/04418
Het belangrijkste principe van goed koopmansgebruik is het realiteitsbeginsel, op grond waarvan baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Indien bepaalde lasten direct toerekenbaar zijn aan bepaalde opbrengsten, dan moeten die lasten ten laste van de winst worden gebracht in het jaar waarin die opbrengsten worden gerealiseerd (matchingbeginsel). Goed koopmansgebruik houdt verder in dat alleen gerealiseerde winsten worden verantwoord, terwijl verliezen mogen worden genomen als zij voorzienbaar zijn (realisatie- en voorzichtigheidsbeginselen). Tenslotte houdt goed koopmansgebruik in dat de winstbepaling praktisch moet zijn en is afgestemd op de omvang en de aard van de onderneming (eenvoudbeginsel). Volgens oude arresten van de Hoge Raad hoeft op grond van goed koopmansgebruik de zogenaamde veldinventaris van tuinbouwers niet geactiveerd te worden. In deze arresten liet de Hoge Raad het eenvoudbeginsel en het voorzichtigheidsbeginsel prevaleren boven het realiteitsbeginsel. Volgens de advocaat-generaal zijn deze arresten achterhaald. Voor een glastuinbouwer geldt als uitgangspunt dat hij zijn veldinventaris moet activeren. De glastuinbouwer kweekte tomaten in kassen op substraat. De teeltcyclus startte in december en eindigde in november van het volgende jaar. Aan het einde van een boekjaar droegen de planten nog geen vrucht. Voor de in december 2003 gestarte teeltcyclus werden in het jaar 2003 kosten gemaakt. Een deel van de afschrijvingskosten op de installaties was direct toerekenbaar aan de teelt. Deze kosten van "veldinventaris" hadden uitsluitend betrekking op de oogst van 2004. Het ging om normale, jaarlijks terugkerende kosten. De realiteitszin en het matchingbeginsel verplichten om die lasten in het jaar van de daarmee samenhangende opbrengst te boeken. Dat betekent dat de lasten die in 2003 zijn gemaakt geactiveerd moeten worden op de eindbalans 2003. Zou dat niet gebeuren, dan wordt een in feite niet geleden verlies gepresenteerd dat behoudens onvoorziene bijzondere omstandigheden ook niet zal worden geleden. Volgens de advocaat-generaal heeft alleen bij wijze van uitzondering het voorzichtigheidsbeginsel voorrang boven het realiteitsbeginsel bij het al dan niet activeren van veldinventaris. Dat betekent dat op de belastingplichtige de last rust om aannemelijk te maken dat aan zijn gewassenteelt zodanige risico's zijn verbonden dat activering achterwege kan blijven. Volgens een arrest van de Hoge Raad uit 1990 waren de niet-geringe risico's van de mosselteelt in zee onvoldoende om niet-activering van de mosselinventaris per jaareinde te rechtvaardigen. Onder verwijzing naar dat arrest en naar de modernisering van de teelt onder glas die tot vergaande beperking van teeltrisico's heeft geleid ten opzichte van de openluchttuinbouw uit de jaren '50 van de vorige eeuw, concludeert de advocaat-generaal dat aan deze zware bewijslast niet is voldaan. De uitspraak van het Hof waartegen beroep in cassatie is ingesteld is inmiddels gepubliceerd. Het wachten is nu op het arrest van de Hoge Raad.