Waardering verplichting kapitaalverzekering tegen marktrente langlopende verplichtingen toegestaan

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AP1383 Zaaknr: 39709

Een BV had in het verleden verzekeringsovereenkomsten gesloten. Het ging om kapitaalverzekeringen met lijfrenteclausule. De BV had de totale verplichting uit hoofde van die verzekeringen tot 1996 jaarlijks opgerent met zes percent. In 1996 verhoogde de BV de verplichting ten laste van het fiscale resultaat door deze te baseren op de lagere marktrente voor langlopende verplichtingen. Deze bedroeg in 1996 vijf percent. Hof Den Haag stond die herrekening toe. In het beroep in cassatie stelde de staatssecretaris van Financiƫn, dat het niet is toegestaan om uit te gaan van de marktrente voor langlopende verplichtingen, omdat de marktrente voor kapitaalverzekeringen met lijfrenteclausule een andere is. Verzekeringsmaatschappijen hanteerden in 1996 voor dergelijke verzekeringen een andere marktrente. Volgens de Hoge Raad staat goed koopmansgebruik toe om verplichtingen, die voortvloeien uit kapitaalverzekeringen te waarderen uitgaande van de geldende marktrente voor langlopende verplichtingen. Dit is niet anders als het door verzekeraars gebruikte T-rendement daarvan afwijkt. De uitspraak van het Hof is niet gebaseerd op een onjuiste rechtsopvatting.