Waardevermindering recht op levering aandelen valt onder deelnemingsvrijstelling

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AT4491, 40562

Twee partijen kwamen in 1997 een aandelenruil overeen. De ene partij was een NV, die voor de aandelenruil haar distributieactiviteiten overdroeg aan een dochtermaatschappij. Vervolgens ruilde de NV de aandelen in de dochtermaatschappij tegen aandelen in de andere partij. Tussen het tijdstip van het opmaken van de overeenkomst en de levering van de aandelen verliep enige tijd. In die periode daalde de waarde van de aandelen die aan de NV zouden worden geleverd. Naar het oordeel van Hof Amsterdam viel deze waardedaling van het recht op levering van de aandelen onder de deelnemingsvrijstelling. Dat oordeel was volgens de Hoge Raad juist. Niet van belang was dat het ging om rechten op nieuw uit te geven aandelen.