14 mei 2007 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJN-nummer: AO8177 Zaaknr: 03/01496
In een procedure voor hof Arnhem was in geschil of een tandarts, die als waarnemer werkte in de praktijk van een aantal andere tandartsen, als zelfstandige of in dienstbetrekking werkte. Voor ondernemerschap dient de tandarts niet alleen voldoende zelfstandigheid te bezitten ten opzichte van zijn opdrachtgever en te streven naar continuïteit door het verkrijgen van verschillende opdrachten, maar ook ondernemersrisico te lopen. Omdat het beroep van tandarts doorgaans zelfstandig wordt uitgeoefend moet de Inspecteur bewijzen, dat zich een uitzondering voordoet. De Inspecteur is daarin volgens het Hof niet geslaagd. De met de opdrachtgevers gemaakte afspraken hadden geen betrekking op het werken onder toezicht, maar op zelfstandige vervanging of uitbreiding van werkzaamheden. De tandarts had geen recht op zaken als doorbetaling tijdens verlof, vakantie, ziekte of opleiding, noch op vakantiegeld of een eindejaarsuitkering. Er was wel loonbelasting ingehouden, maar dat is onvoldoende voor het aannemen van een dienstbetrekking. Niet van belang vond het Hof het ontbreken van een eigen administratie van de verrichtingen, omdat er in de tandartspraktijk al een administratie bestond. In een periode van drie jaar heeft de tandarts in zeven verschillende praktijken gewerkt. Volgens het Hof is daarmee voldoende continuïteit aan de functie van waarnemer gegeven. Omdat opdrachten niet altijd op elkaar aansluiten liep de tandarts als waarnemer voldoende risico voor ondernemerschap.