14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AF7667 Zaaknr: 02/00003
Een zelfstandige persfotograaf is daarnaast werkzaam in loondienst in een volledige dienstbetrekking. In zijn aangifte inkomstenbelasting claimt hij toepassing van zelfstandigenaftrek. Daarvoor is nodig, dat hij tenminste 1.225 uur aan zijn onderneming besteed en zijn arbeidsuren grotendeels aan zijn onderneming besteed. Aan zijn dienstbetrekking besteedt hij, inclusief reistijd, 1.600 uur per jaar. Dat betekent, dat hij aan zijn onderneming tenminste dat aantal uren moet besteden. Rekening houdend met 30% van de tijd, die hij in de weekeinden en ’s avonds stand-by is voor de uitvoering van werk, komt hij op meer dan 1.600 uur voor zijn onderneming. Volgens Hof Amsterdam beroept de persfotograaf zich terecht op het bestaan van een oude afspraak met de belastingdienst om 30% van de wachturen als gewerkte uren aan te merken, mede omdat de belastingdienst dit standpunt in eerdere jaren in de aangifte heeft gevolgd. Het toekennen van zelfstandigenaftrek heeft grote gevolgen voor de hoogte van de aanslag.