17 oktober 2006 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJNAZ2706, 04/00592
Een BV dreef een bloemenkwekerij. De BV was ook eigenaar van een perceel weiland. Tegen betaling van een vergoeding werd het weiland gebruikt door een veehouder voor de grasteelt. De veehouder verrichtte alle werkzaamheden aan het weiland, zoals inzaaien, bemesten, onkruidbestrijding, besproeien en maaien zelf en gebruikte daarvoor zijn eigen werktuigen. De BV verkocht het weiland in 2000 aan een tuinder. De BV claimde toepassing van de landbouwvrijstelling op de vervreemdingswinst. De inspecteur was van mening dat de landbouwvrijstelling niet van toepassing was en corrigeerde het aangegeven verlies voor de vennootschapsbelasting over het jaar 2000. Volgens de BV was de grond aangekocht voor een toekomstige uitbreiding van de kwekerij en daarom dienstbaar aan het landbouwbedrijf. Naar het oordeel van Hof Arnhem maakte de BV dat onvoldoende aannemelijk. In de periode dat de BV de grond in eigendom had werden geen handelingen verricht om de bloemenkwekerij naar het weiland te verplaatsen of uit te breiden. Eigen gebruik als landbouwgrond binnen de onderneming was evenmin aan de orde. Exploitatie van de grond geschiedde in de vorm van pacht of verhuur. Dat is geen feitelijke exploitatie van grond voor eigen rekening en risico. De behaalde vervreemdingswinst viel niet onder de landbouwvrijstelling.