Wetsvoorstel implementatie EG-richtlijn BTW-factuur in Eerste Kamer

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | WV 2003-00427

Het voorstel tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting ter invoering van de Europese richtlijn inzake facturering is inmiddels in behandeling bij de Eerste Kamer. De Nota naar aanleiding van het Verslag bevat een aantal vragen, die tijdens de behandeling zijn gesteld en de antwoorden op die vragen. De staatssecretaris van Financien deelt mee, dat er geen keuzemogelijkheid komt voor het BTW-identificatienummer, dat op facturen van onderdelen van een fiscale eenheid wordt vermeld. Iedere ondernemer heeft zijn eigen BTW-identificatienummer, dat op de factuur moet worden vermeld. Als een verleggingsregeling van toepassing is, moet dat op de factuur vermeld staan, ook al blijkt de toepassing al duidelijk uit de omschrijving van de prestaties. Anders dan bij vrijstellingen leidt toepassing van een verleggingsregeling er toe, dat de afnemer een handeling moet verrichten met betrekking tot de BTW. De richtlijn facturering schrijft voor, dat de eenheidsprijs exclusief belastingen op de factuur wordt vermeld. Dat voorschrift is niet beperkt tot leveringen. Ook voor diensten zal dus de eenheidsprijs op de factuur moeten worden vermeld, als zo’n prijs er is en die gebruikelijk is. In voorkomende gevallen kan door middel van een goedkeuring door de Belastingdienst worden geregeld, dat geen uurtarief hoeft te worden vermeld als een prijsafspraak voor de dienst is gemaakt. Het is mogelijk om zogenaamde elektronische facturen te gebruiken. De staatssecretaris kondigt een brochure aan waarin de richtlijnen inzake de authenticiteit en integriteit van elektronisch verzonden facturen worden neergelegd. Deze brochure verschijnt in januari 2004. Voor het terugvragen van BTW in andere lidstaten moet een papieren factuur worden overgelegd. De Europese Commissie heeft aangegeven in 2004 met voorstellen te komen inzake het “één-loket-systeem” voor internationaal opererende ondernemers: zij kunnen dan in hun eigen lidstaat al hun BTW-zaken regelen, dus ook de onderhavige teruggaven. De staatssecretaris steunt die voorstellen en is van plan om die tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de EU voortvarend te gaan behandelen.