14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | wetswijziging | WDB 2004-00213 U
Eind 2003 heeft het ministerie van Financiën een wetsvoorstel ingediend dat voorzag in een andere behandeling van de omzetting en kwijtschelding van afgewaardeerde vorderingen en de invoering van een aftrekverbod voor aankoopkosten van deelnemingen. Op verzoek van de Tweede Kamer is dat voorstel gesplitst in twee afzonderlijke wetsvoorstellen. Daarbij is het voorstel met betrekking tot de omzetting en kwijtschelding van afgewaardeerde vorderingen uit het oorspronkelijke wetsontwerp gehaald. Dit voorstel is nu opnieuw ingediend. Het wijkt slechts op ondergeschikte punten van het oorspronkelijke voorstel af. De omzetting van afgewaardeerde vorderingen in aandelenkapitaal leidt normaliter noch bij de schuldenaar, noch bij de schuldeiser tot winst. Door kwijtschelding van de afgewaardeerde vordering of door omzetting daarvan in aandelenkapitaal kan een belastingplichtige het vermogensverlies op de vordering een definitief karakter geven. Dat is fiscaal niet bezwaarlijk als hij geen belang meer heeft bij de latere resultaten van de schuldenaar. Als hij zijn belang daarbij behoudt en zijn aandeel daarin onbelast zal genieten door de deelnemingsvrijstelling ligt dat anders. In het wetsvoorstel is gekozen voor een benadering waarbij de omzetting of kwijtschelding van een afgewaardeerde vordering bij de schuldeiser in deelnemingsverhoudingen tot fiscale consequenties zal leiden. De huidige regeling die uitgaat van winstneming bij de schuldenaar komt daarmee te vervallen. Zolang de bij omzetting verkregen aandelen niet in waarde stijgen, is sprake van een vermogensverlies op de vordering en hoeft er geen winst te worden verantwoord. Dat gebeurt pas als die deelneming later in waarde stijgt. De winst bij omzetting van de vordering wordt opgenomen in een opwaarderingsreserve. Deze reserve valt vrij naarmate de deelneming na de omzetting of kwijtschelding in waarde toeneemt. Als de deelneming wordt vervreemd buiten het concern kan de reserve onbelast vrijvallen. De regeling gaat ook gelden voor een schuldeiser/natuurlijke persoon die een vordering heeft die onder de terbeschikkingstellingsregeling valt. In principe leidt omzetting of kwijtschelding tot afrekening ineens. Deze kan op verzoek worden vervangen door een uitgestelde heffing, waarbij een opwaarderingsreserve wordt gevormd.