Wetsvoorstel ter bestrijding van BTW-constructies bij vrijstellingen

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | WV 2005-00124 U

Bij de Tweede Kamer is een wetsvoorstel ingediend dat als doel heeft de bestrijding van ongewenst gebruik van BTW-constructies door niet-belastingplichtige publiekrechtelijke lichamen en vrijgestelde ondernemers. Niet belastingplichtige lichamen en vrijgestelde ondernemers hebben geen recht op aftrek van de BTW die anderen aan hen in rekening brengen. Met name bij grote investeringen wordt getracht om die BTW-druk zoveel mogelijk te voorkomen met behulp van allerlei constructies als bijzondere manieren van verkrijgen of via lease- of herzieningsconstructies. Kenmerkende elementen van dergelijke constructies zijn het hanteren van kunstmatig lage prijzen, het gebruik maken van het ontbreken van een herzieningsregeling voor (kostbare) diensten en samengestelde rechtshandelingen. De voorgestelde maatregelen zijn: - de toepassing van een objectieve maatstaf van heffing bij de levering of de terbeschikkingstelling van investeringsbedrijfsmiddelen aan gelieerde afnemers. Hierdoor vindt de BTW-heffing plaats over de “marktprijs” in plaats van over een kunstmatig lage vergoeding;- de toepassing van de herzieningsregeling op diensten die voor de heffing van inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting moeten worden geactiveerd en waarop kan worden afgeschreven; - de aanpassing van de herzieningsregeling voor de situatie waarin vrijgestelde ondernemers een in gebruik genomen bedrijfsmiddel vervreemden om het via een (eigen) leasemaatschappij weer ter beschikking te krijgen. De voorgestelde datum van inwerkingtreding is 1 juli 2005.