Wetswijziging beleggingsinstelling i.v.m. projectontwikkeling

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | wetswijziging | DB 2007-11 U

De minister van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag van het wetsvoorstel dat fiscale beleggingsinstellingen de mogelijkheid biedt om vastgoed te ontwikkelen ten behoeve van de eigen portefeuille naar de Tweede Kamer gestuurd. De kern van het voorstel is dat beleggingsinstellingen via een normaal belaste dochtervennootschap onroerendgoedprojecten kunnen ontwikkelen. Deze zogenaamde ontwikkelingsdochter mag uitsluitend projecten ontwikkelen ten behoeve van de beleggingsinstelling zelf of met de beleggingsinstelling verbonden lichamen die ook de status van beleggingsinstelling moeten hebben. Dat mogen buitenlandse beleggingsdochters van de beleggingsinstelling zijn. Volgens het wetsvoorstel ter introductie van vrijgestelde beleggingsinstellingen en aanpassing van de eisen voor bestaande beleggingsinstellingen kunnen in het buitenland gevestigde beleggingsinstellingen de status van fiscale beleggingsinstelling krijgen. Dit voorstel is inmiddels door de Tweede Kamer aangenomen. De beleggingsinstelling mag betrokken zijn bij het tot stand komen van een project van de ontwikkelingsdochter zonder dat dit tot statusverlies van de beleggingsinstelling hoeft te leiden. De winst op het ontwikkelingsproject, inclusief de winst die aan het initiatief daartoe is toe te rekenen, moet in de belaste dochter worden verantwoord. Uitgangspunt van het wetsvoorstel is namelijk dat projectontwikkeling volledig voor rekening en risico van de belaste dochter plaatsvindt. De beleggingsinstelling mag slechts beleggingsrisico’s dragen. Een ontwikkelingsdochter van een beleggingsinstelling kan deel uitmaken van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting met andere belaste dochters van de beleggingsinstelling.