14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | wetswijziging | 29210
Op 18 september heeft het Hof van Justitie van de Europese unie bepaald, dat de aftrekbeperking, die de Nederlandse wet op de vennootschapsbelasting kent voor kosten van buitenlandse deelnemingen een belemmering vormt van het recht op vrije vestiging. Dat arrest vormt de aanleiding voor het onderhavige voorstel tot wetswijziging. Het voorstel is om kosten van deelnemingen in alle gevallen in aftrek toe te laten, dus ook voor deelnemingen die buiten de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte zijn gevestigd. Ter beperking van de budgettaire gevolgen daarvan bevat het voorstel een tweetal maatregelen. De eerste maatregel is een zogenaamde thin capitalizationregel, die overmatige financiering met vreemd vermogen moet voorkomen. De tweede maatregel beperkt de verliesverrekening voor houdstermaatschappijen. De thin capitalizationregel geldt alleen als de vennootschap onderdeel is van een concernverband. De regel houdt een beperking in van de renteaftrek als er een teveel aan vreemd vermogen is. Een teveel aan vreemd vermogen is aanwezig als het vreemde vermogen meer bedraagt dan 3 maal het gemiddelde eigen vermogen van de vennootschap. Voor de bepaling van het vreemd vermogen moeten de schulden en de vorderingen uit hoofde van geldlening gesaldeerd worden. De beperking van de renteaftrek is dan TVV/GVV * rente, waarbij TVV het teveel aan vreemd vermogen is en GVV het gemiddelde vreemd vermogen. Als het teveel minder is dan € 500.000 vindt geen beperking van renteaftrek plaats. Als alternatief kan het teveel aan vreemd vermogen berekend worden door het gemiddelde eigen vermogen te vermenigvuldigen met de verhouding tussen vreemd en eigen vermogen van de groep. Het teveel aan vreemd vermogen is dan het gemiddelde vreemd vermogen minus het met genoemde factor vermenigvuldigde eigen vermogen. In formulevorm ziet dit er als volgt uit: GVV - GVV(groep)/GEV(groep)*GEV, waarbij GVV het gemiddeld vreemd vermogen is, GVV (groep) het gemiddelde vreemd vermogen van de totale groep is, GEV(groep) het gemiddelde eigen vermogen van de gehele groep en GEV het gemiddelde eigen vermogen van de vennootschap is. De beperking van renteaftrek bedraagt maximaal het saldo van de rente op schulden aan verbonden lichamen en de rente op vorderingen op verbonden lichamen.De beperking van de verliesverrekening voor houdstermaatschappijen houdt in, dat verliezen die zijn geleden in jaren waarin de vennootschap geen andere werkzaamheid heeft dan het houden van deelnemingen of het financieren van verbonden lichamen slechts verrekenbaar zijn met de belastbare winsten uit jaren met eenzelfde activiteit. Als aanvullende voorwaarde voor verliesverrekening bij houdstermaatschappijen geldt, dat de boekwaarde van het verschil van vorderingen op en schulden aan verbonden lichamen gedurende het winstjaar niet hoger is dan de boekwaarde daarvan aan het einde van het verliesjaar. Deze voorwaarde geldt niet als de toename van de vorderingen niet is ontstaan om te kunnen profiteren van verliesverrekening.De maatregelen moeten ingaan per 1 januari 2004, waarbij wordt opgemerkt, dat de voorwaartse verrekening van voor 2004 geleden verliezen onder de beperking kan vallen. De beperking van de achterwaartse verrekening geldt voor verliezen, die met ingang van 2004 zijn geleden.